home
muziektheorie > algemene muziekleer > 'gebruiksaanwijzing'
 
toonsoorten en toonladders toonsoort bepalen
intervallen akkoord benoemen
drieklanken maat en ritme
dominant septimeakkoord akkoorden benoemen / noteren / enharmoniseren
e. bepalen van drieklanksoort in omkeringen

Het herkennen van een bepaalde omkering is in feite vrij gemakkelijk: er hoeft alleen gekeken te worden naar de 'globale' intervalstructuur: een terts en een sext op de onderste toon is altijd een sextligging. Het is niet belangrijk met welke terts en kwart we te maken hebben.

Als bepaald moet worden met welke drieklank we te maken hebben, is het uiteraard ook bij omkeringen noodzakelijk wel precies naar de intervallen te kijken. Je kunt daarbij twee verschillende wegen bewandelen:

1. 'afleiden' van de grondligging

Stel dat gevraagd wordt ligging en soort van de drieklank links in onderstaand voorbeeld te te bepalen. De ligging is kwartsext: op de onderste toon staan een kwart en een sext. Vervolgens wordt de bijbehorende grondligging opgeschreven of bedacht, en blijkt deze te bestaan uit een kleine terts en een verminderde kwint op de laagste toon. De drieklank is dus verminderd. Links hieronder staat dus een kwartsextligging van een verminderde drieklank:

Voor het 'vinden' van de grondligging maakt het overigens in principe niets uit of je omhoog of omlaag gaat: als je uitkomt op 'terts en kwint op de laagste toon' dan is dat de grondligging (zie het voorbeeld hierboven, rechts).

Nog een voorbeeld: stel dat gevraagd wordt ligging en soort van de drieklank links in onderstaand voorbeeld te te bepalen. De ligging is sext: op de onderste toon staan een terts en een sext. Vervolgens wordt de bijbehorende grondligging opgeschreven of bedacht, en blijkt deze te bestaan uit een grote terts en een reine kwint op de laagste toon. De drieklank is dus groot. Links hieronder staat dus een sextligging van een grote drieklank:

Als gevraagd wordt een bepaalde ligging op of onder een gegeven toon op te bouwen, kun je de volgende werkwijze volgen: 
  1. noteer een sextligging of kwartsextligging op resp. onder de gegeven noot (zonder voortekens, 'alleen de bolletjes')
  2. bepaal welke van de drie tonen de grondtoon van de drieklank  is, en bepaal de precieze toonhoogte van de grondtoon (als dat nodig is - soms is de gegeven toon zelf de grondtoon). Maak gebruik van voortekens als dat nodig is (maar verander niet de gegeven toon!)
  3. bouw de grondligging van de gevraagde drieklank op (of bedenk hem uit het hoofd); let op de precieze grootte van de intervallen.
  4. schrijf de gevraagde omkering op of onder de gegeven toon op.
Een paar voorbeelden: 

Gevraagd wordt: noteer de kwartsextligging van een grote drieklank op de toon gis. 

  1. gevraagd wordt een kwartsextligging, dus moeten de tonen c en e worden genoteerd
  2. de grondtoon is in principe de toon c - maar: het interval c-gis is een overmatige kwint; een grote drieklank heeft een reine kwint, dus is de grondtoon niet c, maar cis
  3. de grondligging van de gevraagde drieklank is: cis - eis - gis (grote terts / reine kwint)
  4. de kwartsextligging wordt dus: gis - cis - eis:
Gevraagd wordt: noteer de sextligging van een verminderde drieklank onder de toon c:
  1. gevraagd wordt een sextligging, dus moeten de tonen e en g worden genoteerd
  2. de grondtoon is de toon c
  3. de grondligging van de gevraagde drieklank is: c - es - ges (kleine terts / verminderde kwint)
  4. de sextligging wordt dus: es - ges - c:
Gevraagd wordt: noteer de sextligging van een overmatige drieklank op de toon d:
  1. gevraagd wordt een sextligging, dus moeten de tonen f en b worden genoteerd
  2. de grondtoon is in principe de toon b - maar: het interval b - d  is een kleine terts; een overmatige drieklank heeft een grote terts, dus is de grondtoon niet b, maar bes
  3. de grondligging van de gevraagde drieklank is: bes - d - fis (grote terts / overmatige kwint)
  4. de sextligging wordt dus: d - fis - bes:
Gevraagd wordt: noteer de kwartsextsextligging van een kleine drieklank onder de toon des:
  1. gevraagd wordt een kwartsextligging, dus moeten de tonen f en b worden genoteerd
  2. de grondtoon is in principe de toon b - maar: het interval b - des  is een verminderde terts; een kleine drieklank heeft een kleine terts, dus is de grondtoon niet b, maar bes
  3. de grondligging van de gevraagde drieklank is: bes - d - f (kleine terts / reine kwint)
  4. de kwartsextligging wordt dus:  f - bes - des:
2. direct bepalen vanuit de intervalstructuur van de omkering

In principe is het ook mogelijk drieklanksomkeringen te benoemen of te noteren zonder eerst 'terug te rekenen' naar de grondligging. Maar daarvoor is het noodzakelijk de intervalstructuur van de omkeringen precies te kennen. Daarom hieronder nogmaals een schema van alle dieklanken, maar nu inclusief de omkeringen:

consonante drieklanken
met reine kwint
(in omkeringen: reine kwart)
grote drieklank
(of: majeur-drieklank)
  • grondligging: grote terts/reine kwint
  • sextligging: kleine terts/kleine sext
  • kwartsextligging: reine kwart/grote sext
kleine drieklank
(of: mineur-drieklank)
  • grondligging: kleine terts/reine kwint
  • sextligging: grote terts/grote sext
  • kwartsextligging: reine kwart/kleine sext
dissonante drieklanken
a. met verminderde kwint
(in omkeringen: overmatige kwart)
verminderde drieklank
  • grondligging: kleine terts/verminderde kwint
  • sextligging: kleine terts/grote sext
  • kwartsextligging: overmatige kwart/grote sext
dubbelverminderde drieklank
  • grondligging: verminderde terts/verminderde kwint
  • sextligging: grote terts/overmatige sext
  • kwartsextligging: overmatige kwart/kleine sext
hardverminderde drieklank
  • grondligging: grote terts/verminderde kwint
  • sextligging: verminderde terts/kleine sext
  • kwartsextligging: overmatige kwart/overmatige sext
b. met overmatige kwint
(in omkeringen: verminderde kwart)
overmatige drieklank
  • grondligging: grote terts/overmatige kwint
  • sextligging: grote terts/kleine sext
  • kwartsextligging: verminderde kwart/kleine sext

 

open dit schema in een apart venster

Oftewel, in de vorm van een notenvoorbeeld: 
.
< naar het vervolg van dit hoofdstuk >