home
muziektheorie > algemene muziekleer > 'gebruiksaanwijzing'
 
toonsoorten en toonladders toonsoort bepalen
intervallen akkoord benoemen
drieklanken maat en ritme
dominant septimeakkoord akkoorden benoemen / noteren / enharmoniseren
b. soorten drieklanken; consonante en dissonante drieklanken

Evenals bij intervallen worden bij drieklanken verschillende soorten onderscheiden. En net als bij intervallen kunnen drieklanken worden ingedeeld in consonante en dissonante drieklanken. Of een drieklank consonant of dissonant is kan worden bepaald door te kijken naar de intervallen die erin voorkomen; daarbij moet naar alle afstanden worden gekeken: een drieklank is alleen consonant als alle intervallen tussen de tonen consonant zijn. En net als bij intervallen geldt ook bij drieklanken: een dissonant vraagt om voortzetting, om oplossing. De verschillende drieklanken zijn:
consonante drieklanken
met reine kwint
grote drieklank
(of: majeur-drieklank)
bestaat uit grote terts en reine kwint op de grondtoon
kleine drieklank
(of: mineur-drieklank)
bestaat uit kleine terts en reine kwint op de grondtoon
dissonante drieklanken
a. met verminderde kwint
verminderde drieklank
bestaat uit kleine terts en verminderde kwint op de grondtoon
dubbelverminderde drieklank
bestaat uit verminderde terts en verminderde kwint op de grondtoon
hardverminderde drieklank
bestaat uit grote terts en verminderde kwint op de grondtoon
b. met overmatige kwint
overmatige drieklank
bestaat uit grote terts en overmatige kwint op de grondtoon

 

open dit schema in een apart venster
 

printversie van dit schema (pdf), in apart venster
 

Oftewel, in de vorm van een notenvoorbeeld:


Een bepaalde drieklank kan dus worden opgebouwd door te kijken naar de afstand (de precieze intervalgrootte) tussen grondtoon en kwint, en tussen grondtoon en terts. 
< naar het vervolg van dit hoofdstuk >