9. drieklanken in toonsoort plaatsen
Bij deze vraag is het allereerst nodig te weten welke drieklanken op
de verschillende trappen
van de majeur- en (harmonische) mineurtoonsoort staan.
Het is wellicht handig het volgende te onthouden:
-
in een majeurtoonsoort zijn de trappen I,
IV en V groot (dit zijn de zgn. hoofdtrappen);
de trappen II, III en VI zijn klein, en alleen de VIIe trap is verminderd
-
in een harmonische mineurtoonsoort zijn de
trappen I en IV klein, maar de Ve trap is groot - dit komt
omdat in harmonisch mineur de zevende toon van de toonsoort wordt verhoogd:
in natuurlijk mineur is de Ve trap wel klein; de trappen III
en VI zijn
groot,
en II en VII zijn verminderd; dat VII verminderd
heeft weer te maken met de verhoging van de zevende toon: in natuurlijk
mineur is de VIIe trap een grote drieklank.
Mineur is in zekere zin 'ingewikkelder' dan
majeur - maar dat hoeft niet te verbazen als men zich realiseert dat er
verschillende
mineur-ladders zijn, die bovendien in de praktijk vaak door elkaar
gebruikt worden.
Een schematisch overzicht van de trappen in majeur en harmonisch mineur:
(g = groot k = klein v = verminderd)
majeur: |
[VI]
|
[VII]
|
I
|
II
|
III
|
IV
|
V
|
VI
|
VII
|
|
[k]
|
[v]
|
g
|
k
|
k
|
g
|
g
|
k
|
v
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
mineur: |
I
|
II
|
III
|
IV
|
V
|
VI
|
VII
|
[I]
|
[II]
|
|
k
|
v
|
g
|
k
|
g
|
g
|
v
|
[k]
|
[v]
|
Oftewel, in de vorm van een notenvoorbeeld: |