8. drieklanken benoemen
Ook bij het benoemen van drieklanken in grondligging
is het handig steeds eerst naar de kwint te kijken, omdat deze steeds
bij een aantal drieklanken gelijk is. Als de kwint rein is,
is de drieklank groot of klein, bijvoorbeeld.
Bij het benoemen van drieklanken in omkering
is het handig eerst naar de omkering te kijken ('de bolletjes'),
en de grondtoon te bepalen, en dan vanuit de grondtoon de drieklanksoort
te bepalen.
Een paar voorbeelden/vragen (klik op het voorbeeld voor de oplossing):
|