18. akkoorden benoemen in vierstemmig fragment
In wezen gaat deze vraag om hetzelfde als vraag
8 (drieklanken benoemen). Maar anders dan bij vraag 8 van het toelatingsexamen
-
zijn de drieklanken nu ingebed in de context van
een kort muziekvoorbeeld
-
staan ze op twee balken genoteerd (viool- en bassleutel)
-
zijn ze meestal in wijde
ligging, en
-
wordt er een toon verdubbeld
(overigens: in deze tekst staan in het hoofdstukje
over vraag 8 al wel voorbeelden van drieklanken in wijde ligging, en
met verdubbelingen).
Hieronder een paar voorbeelden. Benoem bij deze voorbeelden de met *
gekenmerkte akkoorden. Klik op het voorbeeld om de oplossing te zien te
krijgen. Je kunt de voorbeelden dan ook beluisteren.
De vraagstelling op het toelatingsexamen is als in de onderstaande voorbeelden:
er wordt naar de akkoord-soort van twee of drie akkoorden gevraagd.
Maar je kunt, als je dat wilt, ook een complete
harmonische analyse van de voorbeelden proberen te maken, en/of alle
'akkoord-soorten'
benoemen. |