home
muziektheorie > algemene muziekleer > 'gebruiksaanwijzing'
 
toonsoorten en toonladders toonsoort bepalen
intervallen akkoord benoemen
drieklanken maat en ritme
dominant septimeakkoord akkoorden benoemen / noteren / enharmoniseren
c. plaatsing van drieklanken in de toonsoort

Een iets andere manier is de volgende: drieklanken komen op bepaalde plaatsen voor in de majeur- en mineurtoonsoort. We kunnen dan van het volgende gebruikmaken:

  • een grote drieklank komt (onder andere) voor op de grondtoon van een majeur-toonsoort
  • een kleine drieklank komt (onder andere) voor op de grondtoon van een mineur-toonsoort
  • een verminderde drieklank komt (onder andere) voor op de zevende toon (leidtoon) van een majeur-toonsoort
  • een overmatige drieklank komt voor op de derde toon van een harmonische mineur-toonsoort:
Als een drieklank dus wordt 'gedacht op' de grondtoon, leidtoon of terts van majeur resp. mineur hoeven we alleen te denken aan de voortekens van de toonsoort. Denk er aan de leidtoon te gebruiken bij overmatig/harmonisch mineur!:
Als er gesproken wordt over een drieklank op een bepaalde plaats in een toonsoort wordt deze drieklank overigens een trap genoemd: een grote drieklank op de grondtoon van majeur is dus bv. een eerste trap. Om een trap aan te duiden worden romeinse cijfers gebruikt. Een drieklank op de derde trap kan dus worden aangeduid als III, een drieklank op de zevende trap als VII enz. 
< naar het vervolg van dit hoofdstuk >