d. onregelmatig samengestelde maatsoorten
Behalve regelmatig samengestelde maatsoorten zijn er ook onregelmatige
samengestelde maatsoorten. Deze zijn met name in de muziek van de
twintigste eeuw van belang. Het gaat hierbij in eerste instantie om maatsoorten
als 5/8, 7/8, of zelfs 11/8. Kenmerkend voor dit type maatsoort is dat
de tel waarop een nevenaccent staat niet vastligt. Wel zijn de groepjes
altijd maximaal drie tellen, en minimaal twee tellen lang. Een 5/8 bijvoorbeeld
kan dus worden onderverdeeld in 2+3 achtsten (accent op de eerste en derde
tel), maar ook in 3+2 achtstes (accent op de eerste en vierde tel). Een
7/4 maat kan worden onderverdeeld in 2+2+3, 2+3+2 of 3+2+2 kwarten. Het
komt bij dit soort maatsoorten bovendien vaak voor dat de onderverdeling
binnen een stuk steeds verandert. Het
lijkt misschien vreemd dat een maat met acht tellen altijd een onregelmatig
samengestelde maatsoort is - terwijl men op het eerste gezicht zou kunnen
denken dat een onderverdeling in twee keer vier, of vier keer twee tellen
voor de hand zou liggen. Toch is dit nooit het geval: een maat met acht
tellen is altijd gegroepeerd als 3+3+2, 3+2+3 of 2+3+3:
Een paar voorbeelden:
De hoofd- en nevenaccenten in onderstaande voorbeelden
zijn aangegeven met accenttekentjes:
voor een hoofdaccent,
voor een nevenaccent.. |
|