home > 
muziektheorie> algemene muziekleer > 'gebruiksaanwijzing'
 
toonsoorten en toonladders toonsoort bepalen
intervallen akkoord benoemen
drieklanken maat en ritme
dominant septimeakkoord akkoorden benoemen / noteren / enharmoniseren
b. maatsoorten: tweedelige en driedelige maatsoorten

Het aantal en de plaats van metrische accenten verschilt per maatsoort; in verband hiermee kunnen verschillende types maatsoorten worden onderscheiden. Allereerst kan een verschil worden gemaakt tussen enerzijds tweedelige, en anderzijds driedelige maatsoorten:

  • in een tweedelige maatsoort is 'om en om' een tel zwaar; in bijvoorbeeld een 2/8- of 2/4-maat is de eerste tel zwaarder dan de tweede. Ook maatsoorten met vier tellen (4/4, 4/8 etc.) zijn tweedelig: deze maatsoorten kunnen worden beschouwd als samengesteld uit twee groepjes van twee tellen, waarbij de eerste en derde tel zwaarder zijn dan de tweede en vierde. De eerste tel is daarbij iets zwaarder dan de derde - daarom spreekt men bij de eerste tel van het hoofdaccent, en bij de derde tel van het nevenaccent:
  • in een driedelige maatsoort volgt na een zware tel telkens twee lichtere; in bijvoorbeld een  3/8- of 3/4 -maat zijn de tweede en derde tel meestal lichter dan de eerste. Soms is daarbij sprake van een nevenacent op de derde tel (Zie de eerste twee voorbeelden hieronder). In met name een 3/4-maat kan het gebeuren dat het accent niet op de eerste tel valt, maar op de tweede of derde tel (zie het derde en vierde voorbeeld):
Een paar voorbeelden:
 
De hoofd- en nevenaccenten in onderstaande voorbeelden zijn aangegeven met accenttekentjes: 
voor een hoofdaccent,  voor een nevenaccent..
< naar het vervolg van dit hoofdstuk >