home
muziektheorie > algemene muziekleer > 'gebruiksaanwijzing'
 
toonsoorten en toonladders toonsoort bepalen
intervallen akkoord benoemen
drieklanken maat en ritme
dominant septimeakkoord akkoorden benoemen / noteren / enharmoniseren
f. dominant septimeakkoord benoemen en in de toonsoort plaatsen

Het herkennen van een bepaalde omkering van het dominantseptimeakkoord is eenvoudig: er hoeft alleen gekeken te worden naar de 'globale' intervalstructuur: een terts, kwint en sext op de onderste toon is bijvoorbeeld altijd een kwintsextligging. Omdat bij het toelatingsexamen alleen het dominant septimeakkoord wordt gevraagd hoeft niet gekeken te worden naar de soort terts kwint en sext. Dit speelt pas een rol als verschillende septimeakkoorden van elkaar moeten worden onderscheiden. Voor het bepalen van de toonsoort waarin dit dominant septimeakkoord voorkomt kan in feite dezelfde werkwijze worden gevolgd als hierboven voor het noteren  van een dominant septimeakkoord in een toonsoort:

  • bepaal de grondtoon van het akkoord
  • de grondtoon van de toonsoort ligt een reine kwint onder de grondtoon van het akkoord (omdat het dominant septimeakkoord op de Ve trap staat)
Het dominant septimeakkoord komt zowel in majeur als in (harmonisch) mineur voor; het akkoord e - gis - b -d bijvoorbeeld is V7 in zowel A groot als a klein. Een paar voorbeelden:
< naar het vervolg van dit hoofdstuk >