f. dominant septimeakkoord benoemen en in de toonsoort plaatsen
Het herkennen van een bepaalde omkering
van
het dominantseptimeakkoord is eenvoudig: er hoeft alleen gekeken te worden
naar de 'globale' intervalstructuur:
een terts, kwint en sext op de onderste toon is bijvoorbeeld altijd een
kwintsextligging. Omdat bij het toelatingsexamen alleen het dominant septimeakkoord
wordt gevraagd hoeft niet gekeken te worden naar de soort terts
kwint en sext. Dit speelt pas een rol als verschillende septimeakkoorden
van elkaar moeten worden onderscheiden. Voor
het bepalen van de toonsoort waarin dit dominant
septimeakkoord voorkomt kan in feite dezelfde werkwijze worden gevolgd
als hierboven
voor het noteren van een dominant septimeakkoord in een toonsoort:
-
bepaal de grondtoon van het akkoord
-
de grondtoon van de toonsoort ligt een reine
kwint onder de grondtoon van het akkoord (omdat het dominant septimeakkoord
op de Ve trap staat)
Het dominant septimeakkoord
komt zowel
in majeur als in (harmonisch) mineur voor; het akkoord e - gis - b
-d bijvoorbeeld is V7 in zowel A groot als a klein. Een paar voorbeelden: |