home
muziektheorie > algemene muziekleer > 'gebruiksaanwijzing'
 
toonsoorten en toonladders toonsoort bepalen
intervallen akkoord benoemen
drieklanken maat en ritme
dominant septimeakkoord akkoorden benoemen / noteren / enharmoniseren
d. dominant septimeakkoord opbouwen

Als gevraagd wordt een bepaalde omkering van het dominant septimeakkoord op of onder een bepaalde toon op te bouwen kun je een van de volgende dingen doen:

1. 'afleiden' van de grondligging

Stel dat gevraagd wordt een tertkwartligging van een dominant septimeakkoord op te bouwen op de toon f (zie het voorbeeld hieronder). Je kunt dan beginnen met het noteren van een 'willekeurige' 4/3-ligging (de 'bolletjes'), vervolgens de grondtoon bepalen, en het akkoord vanuit de grondtoon opbouwen: 

  • de grondtoon ligt bij een 4/3-ligging een reine kwint onder de gegeven toon: dus bes
  • op de bes wordt vervolgens een dominant septimeakkoord in grondligging genoteerd (of 'gedacht'): grote drieklank+ klein septime, dus: bes - d - f - as 
  • de voortekens bes en as worden aan de 4/3-ligging toegevoegd:
Nog een voorbeeld: stel dat gevraagd wordt een secundeligging van een dominant septimeakkoord op te bouwen op de toon e. Je kunt dan beginnen met het noteren van een 'willekeurige' 2-ligging, vervolgens de grondtoon bepalen, en het akkoord vanuit de grondtoon opbouwen: 
  • de grondtoon ligt bij een 2-ligging een klein septime onder de gegeven toon: dus fis
  • op de fis wordt vervolgens een dominant septimeakkoord in grondligging genoteerd: grote drieklank+ klein septime, dus: fis - ais - cis - e
  • de voortekens fis, ais en cis  worden aan de 2-ligging toegevoegd:
En een laatste voorbeeld: stel dat gevraagd wordt een kwintsextligging van een dominant septimeakkoord op te bouwen op de toon fis. Je kunt dan beginnen met het noteren van een 'willekeurige' 2-ligging, vervolgens de grondtoon bepalen, en het akkoord vanuit de grondtoon opbouwen: 
  • de grondtoon ligt bij een 6/5-ligging een grote terts onder de gegeven toon: dus d
  • op de d wordt vervolgens een dominant septimeakkoord in grondligging genoteerd: grote drieklank+ klein septime, dus: d - fis - a - c
  • er hoeven in dit geval geen voortekens aan de 6/5-ligging te worden toegevoegd:
En een paar voorbeelden van het opbouwen van een dominant septimeakkoord onder een gegeven toon:

Stel dat gevraagd wordt een kwintsextligging van een dominant septimeakkoord op te bouwen onder de toon e. Je kunt dan beginnen met het noteren van een 'willekeurige' 6/5-ligging onder e, vervolgens de grondtoon bepalen, en het akkoord vanuit de grondtoon opbouwen: 

  • de grondtoon komt bij een 6/5-ligging overeen met de gegeven toon: dus e
  • op de e wordt vervolgens een dominant septimeakkoord in grondligging genoteerd: grote drieklank+ klein septime, dus: e - gis - b - d
  • het voorteken gis wordt aan de 6/5-ligging toegevoegd:
Stel dat gevraagd wordt een tertskwartligging van een dominant septimeakkoord op te bouwen onder de toon c. Je kunt dan beginnen met het noteren van een 'willekeurige' 4/3-ligging onder c, vervolgens de grondtoon bepalen, en het akkoord vanuit de grondtoon opbouwen: 
  • de grondtoon ligt bij een 4/3-ligging een grote terts onder de gegeven toon (de gegeven toon is de terts van het akkoord): dus as
  • op de as wordt vervolgens een dominant septimeakkoord in grondligging genoteerd: grote drieklank+ klein septime, dus: as - c - es - ges
  • de voortekens as, es en ges worden aan de 4/3-ligging toegevoegd:
En een laatste voorbeeld: stel dat gevraagd wordt een grondligging van een dominant septimeakkoord op te bouwen onder de toon des. Je kunt dan beginnen met het noteren van een 'willekeurige' grondligging, vervolgens de grondtoon bepalen, en het akkoord vanuit de grondtoon opbouwen: 
  • de grondtoon ligt bij een 7-ligging een klein septime onder de gegeven toon (de gegeven toon is de septime van het akkoord): dus es
  • op de es wordt vervolgens een dominant septimeakkoord in grondligging genoteerd: grote drieklank+ klein septime, dus: es - g - bes - des:
2. direct in de toonsoort plaatsen

Eigenlijk is het veel eenvoudiger een dominant septimeakkoord - ook in omkering - meteen in een toonsoort te plaatsen. Dan hoeft men zich namelijk verder niet te bekommeren om de juiste interval-opbouw: als de voortekens van de toonsoort kloppen, zijn bij het dominant septimeakkoord geen extra voortekens nodig. Althans: in majeur; in (harmonisch) mineur moet rekening worden gehouden met de leidtoon. Als gevraagd wordt een dominant septimeakkoord op of onder een bepaalde toon te noteren kan daarom voor de zekerheid het beste met de majeurtoonsoort worden gewerkt. 

De werkwijze is dan als volgt:

  • noteer de gevraagde ligging op of onder de gegeven toon zonder je om voortekens te bekommeren (alleen 'de bolletjes')
  • bepaal - vanuit de gegeven toon - de grondtoon van het akkoord
  • deze grondtoon van het dominant septimeakkoord is te beschouwen als vijfde toon in een majeurtoonsoort; de grondtoon van de toonsoort ligt dus een reine kwint onder de grondtoon van het dominant septimeakkoord
  • bepaal de voortekens van de (majeur-)toonsoort
Een paar voorbeelden:
Stel dat gevraagd wordt een tertskwartigging van een dominant septimeakkoord op te bouwen opde toon fis (zie het voorbeeld hieronder). De werkwijze is dan als volgt:
  • noteer een 'willekeurige' 4/3-ligging op fis ( fis - a - b - d )
  • bepaal de grondtoon van het akkooord: deze ligt een reine kwint onder cis, dus b
  • de toonsoort is E groot, een reine kwint onder b
  • E groot heeft vier kruisen, dus het gevraagde akkoord wordt  fis - a - b - dis:
Stel dat gevraagd wordt een secundeligging van een dominant septimeakkoord op te bouwen op de toon ges. De werkwijze is dan als volgt:
  • noteer een 'willekeurige' 2-ligging op g ( ges - a - c - e )
  • bepaal de grondtoon van het akkooord: deze ligt een klein septime onder ges, dus as
  • de toonsoort is Des groot, een reine kwint onder as
  • Des groot heeft vijf mollen, dus het gevraagde akkoord wordt  ges - as - c - es:
Stel dat gevraagd wordt een kwintsextligging van een dominant septimeakkoord op te bouwen onder de toon cis. De werkwijze is dan als volgt:
  • noteer een 'willekeurige' 6/5-ligging onder cis ( e - g - b - cis )
  • de grondtoon van het akkooord komt overeen met de gegeven toon cis
  • de toonsoort is Fis groot, een reine kwint onder cis
  • Fis groot heeft zes kruisen, dus het gevraagde akkoord wordt  eis - gis - b - cis:
Stel dat gevraagd wordt een grondligging van een dominant septimeakkoord op te bouwen onder de toon d. De werkwijze is dan als volgt:
  • noteer een 'willekeurige' 7-ligging onder d ( e - g - b - d )
  • bepaal de grondtoon van het akkooord: deze ligt een klein septime onder d, dus e
  • de toonsoort is A groot, een reine kwint onder e
  • A groot heeft drie kruisen, dus het gevraagde akkoord wordt  e - gis - b - d:
< naar het vervolg van dit hoofdstuk >