b. omkering van intervallen
Met de bijzondere rol van het octaaf hangt ook samen dat intervallen
kunnen worden beschouwd als elkaars omkering: twee intervallen die
samen een octaaf vormen lijken op elkaar, en zijn elkaars omkeringsinterval.
In
feite wordt bij het omkeren van een interval een van beide tonen een octaaf
naar boven of naar beneden verplaatst:
Door de eigenaardige manier van tellen van intervallen (zonder nul)
vormen een interval en zijn omkeringsinterval samen het getal 9 (en niet
8): |