home
muziektheorie > algemene muziekleer > 'gebruiksaanwijzing'
 
toonsoorten en toonladders toonsoort bepalen
intervallen akkoord benoemen
drieklanken maat en ritme
dominant septimeakkoord akkoorden benoemen / noteren / enharmoniseren
e. de kwart als dissonant interval

Op het toelatingsexamen wordt hiernaar niet gevraagd. Maar voor de volledigheid toch een enkele opmerking hierover:

Hierboven is geconstateerd dat de kwart een volkomen consonant interval is: de kwart is de omkering van de kwint (en de kwint is eveneens een volkomen consonant). In de praktijk blijkt dit echter wat de kwart betreft ingewikkelder: in sommige situaties is hij inderdaad te beschouwen als consonant, maar in andere situaties als dissonant- en moet dan dus oplossen. Dit is het geval als de onderste toon van de kwart op een bepaald moment inderdaad feitelijk de laagste toon is (dus: als deze onderste toon de bas vormt). In andere gevallen (dus: als er nog een toon onder de onderste toon van de kwart ligt) is hij te beschouwen als consonant: 

De kwart is dus een 'speciaal' interval: anders dan bij alle andere intervallen is de vraag of hij moet worden beschouwd als consonant of als dissonant afhankelijk van de context waarin hij optreedt. Aangezien hij dissonant is als hij optreedt op de bas, is hij in tweestemmige muziek altijd dissonant; in drie- of meerstemmige muziek hangt het er van af tussen welke stemmen hij zich bevindt. Een dissonante kwart lost in principe op naar een (grote of kleine) terts: 
In de voorbeelden hierboven treedt de kwart in een vertraging:
  • in maat 1 van het bovenste voorbeeld wordt het intreden van de toon bes vertraagd door de c; men zou kunnen zeggen dat de dissonante kwart  g - c 'ontstaat' door de vertraging in de bovenstem. Hetzelfde geldt voor maat 3: hier wordt de cis door de d vertraagd (en ontstaat de dissonante kwart a - d ).
  • de kwarten in maat 3 en 4 in het onderste voorbeeld zijn dissonant, omdat deze zich bevinden tussen de bas  en een hogere stem (in het voorbeeld: de sopraan). De kwarten in maat 1 van het onderste voorbeeld daarentegen zijn consonant: zij bevinden zich tussen twee bovenstemmen, de bas 'heeft er niets mee te maken': de afstand tussen de bas en de middenstem is in beide gevallen een decime (=terts), en tussen de bas en de sopraan een sext.
< naar het vervolg van dit hoofdstuk (opgaves) >