a. oplossen van verminderde en overmatige intervallen
In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk
is het onderscheid gemaakt tussen dissonante
en consonante intervallen.
Ieder dissonant interval vraagt als het ware een oplossing, en bovendien
kan meestal concreet worden gemaakt om welke oplossing het daarbij
gaat. Met andere woorden: bij dissonante intervallen ligt de voortzetting,
in de vorm van een bepaald consonant interval, op een bepaalde toonhoogte
(min of meer) vast.
Oplossen van verminderde
en overmatige intervallen is in feite het eenvoudigst - omdat bij
deze intervallen een eenvoudige regel kan worden geformuleerd over de oplossing:
een verminderd interval lost krimpend op, een overmatig interval
spreidend. |
De bedoeling is daarbij dat beide tonen stapsgewijs
bewegen, de ene toon omhoog, de andere omlaag: |