In het sequens-fragment in voorbeeld 18
hierboven wordt twee keer gemoduleerd. De eerste keer van F groot naar
e klein: In maat 4 wordt de Bes in V7 van F groot veranderd in Ais, waardoor
het akkoord dubbelverminderd wordt, en kan worden opgevat als overmatig
kwintsextakkoord in e klein. Componisten kiezen in de regel slechts
een
notatie
- en er had net zo goed een Ais in het voorbeeld kunnen staan. In maat
12, in de sequens, wordt gemoduleerd van E groot naar es klein. Nu kunnen
drie
tonen
enharmonisch anders worden opgevat. Maar dit verschil met maat 4 heeft
niet veel te betekenen: We hadden het akkoord evenzogoed kunnen noteren
als B -Dis - Fis - Gisis. We zouden dan moduleren naar
dis klein
in
plaats van naar es klein - maar dat is natuurlijk dezelfde toonsoort. Dat
voor es klein is gekozen heeft hooguit een praktische reden: Het leest
iets eenvoudiger dan dis klein (geen dubbelkruisen of dubbelmollen).
Het is wel goed je te realiseren dat het bij dergelijke enharmonisaties
van akkoorden altijd gaat om parti?le enharmoniek: Tenminste ??n
toon van het akkoord blijft onveranderd. Totale enharmoniek laat
het akkoord in feite onveranderd: We geven dan alle tonen een andere naam,
maar de samenklank blijft dezelfde. Bijvoorbeeld: Als we het akkoord
Des - F - As - Ces , V7 in Ges, noteren als Cis - Eis - Gis - B wordt het
V7 in Fis - maar dat is puur een notatie-kwestie. Wat niet wil zeggen dat
het niet voorkomt: Soms is het handig ergens in een stuk mollen voor kruisen
in te ruilen...
Zoals hierboven al gezegd:
Bij enharmonisatie van een hardverminderd septimeakkoord ontstaat een ander
hardverminderd
septimeakkoord. En hoewel het op V kan voorkomen VOETNOOT
PAR 5 is hardverminderd op II veel gebruikelijker. Als we ons een enharmonische
modulatie met hardverminderd voorstellen waarin dit akkoord in de begin-
als ook eindtoonsoort op II staat (zij het in een andere ligging), dan
liggen begin- en eindtoonsoort een verminderde kwint van elkaar
af: