Johannes-Passion: Dein Will' gescheh'
Aan het begin van deze koraalregel (de eerste twee akkoorden) ligt het
niet zonder meer voor de hand aan a-klein als nieuwe toonsoort te denken.
Aan welke toonsoort zou men hier kunnen denken?
-
Aan C-groot: de eerste twee bastonen zijn g en c; de eerste twee akkoorden
zijn G-groot en C-groot; dit klinkt als V-I, of, samen met het slotakkoord
(d-klein) van de vorige regel, als II - V - I . C-groot is de parallel-toonsoort
van a-klein - een tamelijk voor de hand liggende realtie dus. Wat ons direct
aan het begin al 'wantrouwig' kan maken t.o.v. C-groot als toonsoort is
het feit dat het C-groot-akkoord op de eerste tel optreedt als septime-akkoord,
en
niet als (consonante) drieklank, en dus niet echt klinkt als stabiele tonica.
Wat voor afsluiting staat aan het eind van deze koraalregel?
|
|