J. Crueger: koraal O Haupt voll Blut und Wunden
Notatie (gedeeltelijk) op twee en (in zijn geheel) op vier balken (met en zonder c-sleutels)
                                                                                                                                          [terug]
 
(Uit dit voorbeeld moge overigens blijken dat de notatie met c-sleutels eigenlijk superieur is aan beide andere notatie-vormen: er komen (bijna) geen hulplijnen voor, en het 'rare beeld' van de oktaverende tenor ontbreekt.  In de tegenwoordige muziekpraktijk zijn vooral nog de alt- en tenorsleutel no van belang: in orkestpartituuren kan men de altsleutel vinden voor de notatie van de altviool, en soms voor trombone of saxofoon; de tenorsleutel wordt gebruikt voor de fagot (naast de bassleutel), voor de cello (naast bas- en soms vioolsleutel), en soms voor de trombone.)