(Uit dit voorbeeld moge overigens blijken dat de notatie
met c-sleutels eigenlijk superieur is aan beide andere notatie-vormen:
er komen (bijna) geen hulplijnen voor, en het 'rare beeld' van de oktaverende
tenor ontbreekt. In de tegenwoordige muziekpraktijk zijn vooral nog
de alt- en tenorsleutel no van belang: in orkestpartituuren kan men de
altsleutel vinden voor de notatie van de altviool, en soms voor trombone
of saxofoon; de tenorsleutel wordt gebruikt voor de fagot (naast de bassleutel),
voor de cello (naast bas- en soms vioolsleutel), en soms voor de trombone.) |