Analyse 1e jaar 2002-2003 
9 oktober 2002

Mozart: Sonate in G gr. t. KV 283, 1e deel
Het stuk wordt gespeeld door Michael Endres
(Arte Nova classics)
Een globaal schema van 'de' sonate-vorm (of: hoofdvorm) zou er als hieronder uit kunnen zien.
Daarbij wordt in het schema uitgegaan van het eerste deel van een (fictieve) klassieke sonate in C-groot, en van een (net zo fictieve) sonate in c-klein.

In de twee meest rechtse kolommen is het 'meest waarschijnlijke' toonsoortenplan aangegeven - althans voorzover we uitgaan van een classicistische sonate (dus pakweg t/m de vroege Beethoven).
In de Romantiek (en al vanaf Beethovens middenperiode) zijn ook allerlei andere toonsoort-ordeningen mogelijk. In de tweede kolom enkele engelse en duitse termen.

EXPOSITIE
 
eerste thema of eerste themagroep
als dit vormdeel uit meer bestaat dan één muzikale zin bestaat is het beter van een 'groep' te spreken - een groep zinnen namelijk.

 

first theme, first group / 
erstes Thema, 
(beter:) Hauptsatz 
C             . c             .
overgang of overgangszin of overgangsgroep
vaak is dit vormdeel wat losser van structuur dan de thema's.
Lang niet altijd is dus sprake van een (gesloten, afgebakende) muzikale zin. Als dit wel het geval is, is het nuttig van overgangszin te spreken; van een overgangsgroep kan men spreken als deze bestaat uit meer dan één muzikale zin.
Soms is binnen de overgang sprake van iets dat klinkt als een thema (maar meestal niet helemaal wordt 'afgerond'). Dan zou men kunnen spreken van een overgangsthema.

 

transition / 
Überleitung, Überleitungssatz, Überleitungsgruppe
C
modul.
naar
G
(dominant-
toonsoort)
c
modul.
naar
Es
(parallel-
toonsoort)
of - soms - naar
g (dominant-
toonsoort)
tweede thema of tweede themagroep
als dit vormdeel uit meer bestaat dan één muzikale zin bestaat is het beter van een 'groep' te spreken - een groep zinnen namelijk. Een 2e thema(groep) bestaat vaker dan een eerste thema(groep) uit meerdere 'bogen'. In de sonatevorm is het wteede thema dus vkaer een -groep dan het eerste thema.
second theme, second group / 
zweites Thema,
(beter:) Seitensatz
G
(dominant-
toonsoort)
Es
(parallel-
toonsoort);
soms:
g
(dominant-
toonsoort)
slotzin of slotgroep (ook wel codetta = kleine coda)
Vaak bestaat dit gedeelte uit een serie slotcadenzen. De 'zinnetjes' zijn vaak kort.
closing section, (beter:) codetta /
Schlussgruppe, Schlussssatz
G
(dominant-
toonsoort)
Es
(parallel-
toonsoort);
soms:
g
(dominant-
toonsoort)

 
Tot en met ca. middenperiode Beethoven staat standaard een herhalingsteken aan het eind van de expositie (en worden doorwerking en reprise meestal tevens, samen herhaald (althans: er staat een herhaling..)
Later (vanaf Beethoven dus ongeveer) worden de herhalingen vaak weggelaten.
Het is niet gezegd dat de expositie altijd precies bij de herhaling eindigt. Soms zit tussen eind expositie en begin doorwerking een (korte) ovcergangszin. De expositie is dan in de regel daarvoor wel duidelijk afgesloten met een cadens in de toonsoort van de tweede themagroep.

DOORWERKING
 
Over de doorwerking valt minder algemeen geldigs te zeggen dan over expositie en reprise.
Wel is bijna altijd sprake van zaken als
- modulatie(s)
- (daarmee gepaard gaande) sequenzen)
- ontwikkeling van motivisch/thematisch materiaal uit de expositie (daarbij kan het, maar hoeft het niet om de thema's te gaan)
- vaak: afsplitsing/verkorting van motieven

Soms treedt in een doorwerking een nieuw thema op; in dat geval kan men spreken van een doorwerkingsthema.

Wel vrij algemeen is dat aan het eind van de doorwerking een orgelpunt op de dominant van de hoofdtoonsoort staat (waarmee het begin van de reprise wordt 'aangekondigd')

development, development section /
Durchführung
toonsoort
wisselt 
steeds.

Vaak, maar niet altijd:
begin doorw. in G of g (dominant-
toonsoort)

vrijwel altijd:
 aan het eind C 
(hoofd- toonsoort)

toonsoort
wisselt 
steeds.

Vaak, maar niet altijd:
begin doorw. in Es
(parallel-
toonsoort)

vrijwel altijd:
 aan het eind c 
(hoofd- toonsoort)

REPRISE
 
eerste thema of eerste themagroep

 

first theme, first 
group / 
erstes Thema, 
(beter:) Hauptsatz
C              . c              .
verbinding of verbindingszin of verbindingsgroep
In tegenstelling tot de expositie wordt hier van 'verbinding' gesproken. 
Dit terminologisch verschil omdat in de verbinding niet zou (hoeven te) worden gemoduleerd: we blijven immers in de hoofdtoonsoort.( het begrip 'overgang' wordt hierbij opgevat als: overgang van de ene naar de andere toonsoort, en 'verbinding' als: verbinding van de twee thema's)
In de praktijk wordt vaak wel gemoduleerd, alleen eindigt de modulatie dan in dezelfde toonsoor als waarin hij begint.
In het engels en duits wordt het verschil overgang/verbinding niet gemaakt.
transition / 
Überleitung, Überleitungssatz, Überleitungsgruppe
C
(quasi)
modul.
naar
C
c
(quasi)
modul.
naar
c of evt. C groot 
tweede thema of tweede themagroep second theme, second group / 
zweites Thema,
(beter:) Seitensatz
C              . c of evt. C groot (dat laatste kan alleen als 2e thema in de exp. in Es stond)
slotzin of slotgroep (ook wel codetta = kleine coda)
Vaak bestaat dit gedeelte uit een serie slotcadenzen. De 'zinnetjes' zijn vaak kort.
closing section, (beter:) codetta /
Schlussgruppe, Schlussssatz
C              . c of evt. C groot (dat laatste kan alleen als 2e thema in de exp. in Es stond)

Vaak, maar niet altijd:
CODA
 
In sommige stukken komt een coda (=slotgedeelte) tot stand door verlenging van de slotgroep in de reprise. Soms is het dan erg lastig om de precieze grens tussen eind van de reprise en begin van de coda aan te geven.
Maar soms vormt de coda echt een zelfstandig vormdeel, en begint duidelijk na het eind van de reprise.
Vaak wordt tenminste een van de thema's in een coda verwerkt.
              . C              . c of evt. C groot

 
Sommige sonate-vormen worden voorafgegaan door een LANGZAME INLEIDING.
Je zou dan kunnen zeggen dat de sonate-vorm pas begint op het moment dat het snelle tempo verschijnt (ofwel: het begin van de expositie, het eerste thema). Vaak eindigen langzame inleidingen op de dominant van de hoofdtoonsoort. 
Het komt vaak voor dat materiaal uit de expositie in de langzame inleiding al wordt 'voorgekookt' (een prachtig voorbeeld dat me nu te binnen schiet: eerste deel van de eerste symfonie van Brahms).

 
a Maak een soortgelijk schema als het bovenstaande van het eerste deel van de Mozart-sonate.
Je kunt bijvoorbeeld ook specifieke opmerkingen (bijvoorbeeld over de structuur van thema's, harmoniische bijzonderheden etc.) in zo'n overzicht opnemen.
b Leg in het kort uit in hoeverre het schema 'klopt' voor wat de sonate in G van Mozart betreft (zijn er dingen duidelijk anders? / suggereert het schema zaken die in dit stuk niet aan de orde zijn?)