Analyse 1e jaar 2002-2003 
18 september 2002
je moet voor deze opdracht even een partituur-copie hebben: deze ligt vanaf woensdagavond 18/9 in mijn postvak (copieen) - haal hem daar dus even uit!
een opname is wel beschikbaar (via het 'oortje'....)
 
Mozart, strijkkwartet in Bes, KV 589, tweede deel (in Es groot)
 
Het stuk wordt gespeeld doorhet Alban Berg Quartett (Emi Records)

Ik geef hieronder een korte beschrijving van de vorm van dit gehele deel:
 
maat:

1-18

  1-8
  9-18

19-27
 

28-38

  28-31
  32-35
  36-38

38-40
 

40-57

  40-47
  48-57
 

58-70
 

71-81

  71-74
  75-78
  79-81

82-89
 

gedeelte:

A (of bijvoorbeeld: eerste thema)

  melodie van het thema in de cello
  melodie van het thema in de eerste viool. Het thema wordt aan het eind met twee maten verlengd 

overgang naar het B-gedeelte 
hier wordt gemoduleerd naar de toonsoort van het B-gedeelte

B (of bijvoorbeeld: tweede thema)

  melodie van het thema in de eerste viool
  melodie van het thema in de cello
  slotje (dit zouden we ook bij de overgang vanaf 38 kunnen rekenen misschien?..)

overgangetje naar het A-gedeelte 
hier wordt teruggemoduleerd naar de toonsoort van het A-gedeelte; of begint dit gedeelte al in 36?

A (of bijvoorbeeld: eerste thema)

  melodie van het thema in de cello
  melodie van het thema in de eerste viool. Het thema wordt aan het eind met twee maten verlengd
 - dit gehele A-gedeelte is eigenlijk letterlijke herhaling van de maten 1-18 -

overgang naar het B-gedeelte 
hier wordt nu niet meer echt gemoduleerd - het B-gedeelte hierna staat in Es! Wel wordt soms 'gedaan alsof' 

B (of bijvoorbeeld: tweede thema)

  melodie van het thema in de eerste viool
  melodie van het thema in de cello
  slotje (dit zouden we ook bij het slotgedeelte vanaf 82 kunnen rekenen misschien?..)

Slotgedeelte (ofwel: coda)
hier wordt het stuk afgesloten; of begint dit gedeelte al in 79?

toonsoort:

Es
 
 
 

Es -- > Bes
 

Bes
 
 
 
 
 

Bes -- > Es
 

Es
 
 
 
 

Es - - > Es
 

Es
 
 
 
 

Es

a Beschrijf van de eerste 8 maten van dit stuk:
  • de structuur (maatgroepering): welke maten horen bij elkaar? op welke punten is sprake van een heel dan wel half slot? hoe zou je de structuur in zijn geheel kunnen noemen?
  • maak een complete harmonische analyse van deze eerste 8 maten. N.B.: de laagste stem is de altviool! (als je maat 1-8 lastig vindt om te lezen, kun je 'controleren' in maat 9-18 - deze zijn immers min of meer hetzelfde.)
b De maten 9-16 zijn ten opzichte van 1-8 uitgebreid (10 maten in plaats van 8). Het is bij deze uitbreiding goed mogelijk precies te bepalen waaruit deze bestaat: met andere woorden: 
  • wat wordt er precies toegevoegd? 
  • Vind je dat daardoor de 'cadenswerking' (afsluitende kracht) aan het eind van maat 9-16 sterker of zwakker is dan aan het eind van 1-8?
c Het tweede thema van dit stuk (maat 28 -- >  ) is korter dan het eerste. En zowel het 'vioolgedeelte' als het cellogedeelte eindigen met een heel slot (in Bes).
  • hoe komt het dat desondanks het heel slot in maat 30/31 minder 'af' klinkt dan 4 maten later in maat 34/35?
d Ik heb in het vormoverzicht hierboven eigenlijk in het midden gelaten of maat 36-38 een slotje is, of al bij de overgang in maat 38-40 hoort (en idem voor de herhaling van het B-gedeelte / de coda, zie vormoverzicht, maat 79-89 )
  • Geef je mening over deze brandende kwestie (graag met argumenten!)