home  > 
muziektheorieharmonie  > harmonieleer  >  B. Diatoniek
  • Hoofdstuk 9:  I, V, IV en II in cadens en prolongatie; ritmiek/metriek; VI in bedrieglijk slot
  • Hoofdstuk 10: kwartsextakkoorden (1)
  • Hoofdstuk 11: kwartsextakkoorden (2)
  • Hoofdstuk 12: VI en IV6 (1)
  • Hoofdstuk 13: de septimeakkoorden op II en IV
  • Hoofdstuk 14: ander gebr II, IV en VI
  • Hoofdstuk 15: V...
  • Hoofdstuk 16: III en VII

 
I6 en V6: sextakkoorden als substituut; andere mogelijkheden

Behalve om grondliggingen van de Ie resp. Ve trap te prolongeren, kunnen de sextakkoorden van I en V ook dienen als vervanger vaneen grondligging. Hierbij moet wel bedacht worden dat grondliggingen stabieler zijn, en dus bijvoorbeeld geschikter voor afskluitingen: een slot op I6 is vrijwel uitgesloten, een half slot op V6 komt niet vaak voor. Een slotcadens V6 - I  is veel zwakker dan V- I: de slotwending V - I ontleent zijn kracht voor een beangrijk deel aan de kwart- of kwintsprong in de bas. 

Dat sextakkoorden in het algemeen minder stabiel zijn dan grondliggingen heeft vooral te maken met de interval-structruur:  terwijl bij een grondligging behalve de terts de stabiele kwint op de bas verschijnt, is dit bij een sextligging een sext (naast de terts). Sextakkoorden zijn dan ook meer geschikt voor 'momenten van beweging', voor 'onderweg naar', of 'komend van', en minder voor momenten van (relatieve) stilstand. Hiervan kan men uiteraard gebruik maken, door het schrijven van een sextakkoord op momenten dat de muziek niet naar afsluiting moet klinken (bijvoorbeeld aan het begin of in het midden van een frase). Op cadenspunten kan men dan juist kiezen voor de stabielere grondliggingen. Zie de onderstaande voorbeelden: in voorbeeld 9 wordt na de begin-tonica in maat 1 met omkeringen gewerkt, tot het half slot in maat 4: hier wordt gekozen voor een kwartsprong in de bas naar het half slot toe. In voorbeeld 10 staat aan het begin de combinatie V6 - I, terwijl aan het eind - naar het heel slot toe - wordt gewerkt met grondliggingen.

tr>
voorbeeld 9
Beethoven, sonate in As-groot op. 26, begin van het eerste deel

Uitgevoerd door Soheil Nasseri op fortepiano (Hammerflügel). Je kunt ook de volledige opname beluisteren (Youtube).


voorbeeld 10
Bach, slot van koraal 79, Erhalt' uns Herr

Uitgevoerd door Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Jos van Veldhoven (in het project "All of Bach"). Je kunt ook het gehele koraal beluisteren,of de gehele kantate (Youtube).


Sextakkoorden van I en V kunnen ook op een andere manier dan in de vorige paragraaf beschreven in een prolongatie worden gebruikt. Een aantal mogelijkheden:
 
  • tussen twee Ie trappen in grondligging staat V6. De bas maakt dan de beweging 1^ - 7^ -  1^. Eigenlijk is in dit geval 7^ een wisseltoon - alleen verschijnt op deze wisseltoon een compleet akkoord. Omdat V6 in zo'n geval weinig zelfstandig is kan men ook spreken van een wisselakkoord: de belangrijkste taak van V6 is de prolongatie van de Ie trap. 

  • Voor afsluitingen is deze combinatie natuurlijk niet zo geschikt - maar juist wel voor een begin, ook vanwege de mogelijkheden die hij voor de sopraan biedt. En 'speciale' mogelijkheid is daarbij het schrijven van een sopraan die begint met 1^ 5^ of 5^ 2^; bij gebruik van alleen grondliggingen zouden hier octaaf- resp. kwintparallellen ontstaan. Zie voorbeeld 11 voor een aantal kenmerkende 'sopraanfiguurtjes' boven de trappen I - V6 - I; zie ook het begin van voorbeeld 12.
voorbeeld 11
harmonisatie van 'bovenstemfiguurtjes' met I - V6 - I






   uitgesloten vanwege octaafparallellen (antiparallellen)  uitgesloten vanwege kwintparallellen
voorbeeld 12
Beethoven, sonate in D-groot op.28 'Pastorale', begin van het tweede deel, met een reductie van de eerste drie akkoorden

Uitgevoerd door Grigory Sokolov. Je kunt ook
het gehele deel beluisteren (Youtube).





  • Combinatie I6 - V6 - I; een begin op I6 is goed mogelijk: misschien niet zo vaak aan het begin van een stuk, maar wel aan het begin van een frase. De bas heeft dan aan het begin een sprong van 3^ naar 7^, die met name in mineur (verminderde kwart!) erg karakteristiek kan klinken. Zie voorbeeld 13 hieronder om te zien met welke bovenstemmen deze combinatie kan worden gecombineerd.

  • De opeenvolging V6 - I6 is overigens minder geslaagd te noemen, omdat daarbij de leidtoon niet oplost (da bas heeft hier de tonen 7^ 3^). Toch is deze combinatie niet uitgesloten als de leidtoon - bijvoorbeeld via een liggingswisseling I6 / I - alsnog oplost. Men kan in dit soort gevallen spreken van indirecte oplossing van de leidtoon ('via een omweg' dus - enigszins vergelijkbaar met de 'omspeelde oplossingen' van het septime, zoals weergegeven in voorbeeld 18 in hoofdstuk 5)
  • Overigens leerde een 'snel en oppervlakkig onderzoek'van de koralen van Bach en de pianosonates van Mozart en Beethoven mij dat I - V6 - I   en  I6 - V6 - I  in de praktijk niet echt vaak voorkomen. Vaak verschijnt de Ve trap als septimeakkoord: V6/5 en/of er worden twee liggingen van V  na elkaar geschreven, vaak op de 'wisselfiguur': 1^ 2^ 7^ 1^ in de bas. V6 zonder voorafgaande tonica komt vaker voor.

 
voorbeeld 13
combinatie van V met I6


Bij het schrijven van opeenvolgende sextakkoorden ontstaan vaak nogal grote sprongen

   -------->
mogelijk alternatief: bij wijze van uitzondering
tersverdubbeling in I6 





eerste voorbeeld hieronder: 

niet zo goed: de leidtoon lost niet op


tweede voorbeeld hieronder: 

de leidtoon lost indirect op (zie pijl)



  • Ook de combinatie V - I6 behoort natuurlijk tot de mogelijkheden. Zie voorbeeld 14 voor enkele karakteristieke 'sopraanfiguurtjes' die hierbij kunnen ontstaan:
voorbeeld 14
 prolongatie van sextakkoorden door grondliggingen





bij d: indirecte oplossing van de leidtoon (vgl. voorbeeld 13 d )
bij f ontstaat door de omlegging in V in feite een indirect oplossende leidtoon.



  • Tenslotte: Hierboven werd als meest voor de hand liggende toepassing van I6 en V6 het prolongeren van I resp. V genoemd. Maar ook het omgekeerde is mogelijk: een grondligging als prolongatie van een sextakkoord. Wel ligt dit iets minder voor de hand, omdat een grondligging in principe strabieler is dan een sextakkoord, en dus eerder dan een sextakkoord als 'hoofdzaak' zal worden opgevat. Toch komt het voor dat I6 en V6 door hun respectieve grondliggingen worden geprolongeerd: meestal staat daarbij de grondligging op een licht maatdeel, en wordt voorafgegaan en gevolgd door het sextakkoord. Zie voorbeeld 15 en 16:
voorbeeld 15
grondliggingen als prolongatie van sextakkoorden (en andersom)




reductie:




voorbeeld 16
Beethoven, sonate in A-groot op. 2 nr.2, eerste deel, maat 23-32

Uitgevoerd door Murray Perahia. Je kunt ook het gehele deel beluisteren (Youtube).


[vervolg van dit hoofdstuk]