home
>
|
muziektheorie > harmonie > harmonieleer > A: algemeen |
|
motieven,
maatgroepen, en harmonische structuur
Slotwendingen, cadensen en harmonisch ritme kunnen in de praktijk moeilijk
los worden gezien van de rol die zij spelen in muzikale structuren:
zo zal een half slot veelal aan het eind van de eerste helft van een muzikale
frase staan, en een heel slot aan het eind van de tweede helft (deze muzikale
frase is dan een zgn. periode).
In de voorbeelden 14-18 is te zien hoe verschillende afsluitingen, en verschillende vormen van harmonisch ritme er in de praktijk uitzien. In de voorbeelden is overigens o.a. duidelijk te zien dat een afsluitend akkoord normaal gesproken op een zwaar maatdeel staat; in de regel is dit de eerste tel. (Het afsluitend akkoord kan natuurlijk wél langer duren dan één tel.) |
voorbeeld 14 |
Mozart, sonate in e-klein voor viool en piano, begin
van het eerste deel De maten 1-8 vormen een periode (half slot in maat 4, heel slot in maat 8). Aan het eind van de nazin (maat 7/8) vindt versnelling van het harmonisch ritme plaats. Na een 'tussenstukje' (maat 9-12) wordt vanaf maat 13 de eerste periode (gevarieerd) herhaald. Uit dit voorbeeld blijkt overigens dat het niet nodig is veelstemmige akkoorden te schrijven om duidelijk te maken dat er harmonie aanwezig is: ondanks de eenstemmigheid van de eerste 12 maten zijn hier duidelijk harmonische functies te horen. Alleen: soms kan er worden getwijfeld...: gezien de harmonisatie in de maten 13-20 is het tamelijk onzeker of in maat 5/6 wel een subdominant is 'bedoeld'. Uitgevoerd door Isabelle Faust en Alexander Melnikov (op historische instrumenten). Je kunt het stuk ook in zijn geheel beluisteren(Youtube) POSTCADENTIAL EXTENSION UITLEGGEN EN EVT SAMENGESTELDE PERIODE |
![]() |
voorbeeld 15 |
Mozart, sonate in C-groot KV 311, begin van het laatste
deel Maat 1-8: voorzin, met drie keer (in de maten 2, 4 en 8) een half slot. Maat 9-16: nazin, met twee keer een half slot, en een heel slot aan het eind. Eigenlijk is de periode in maat 16 afgelopen. Vanaf maat 17 wordt het heel slot nog twee keer met een volledige cadens bevestigd. Uitgevoerd door Krystian Zimerman. Je kunt ook het gehele stuk beluisteren (Youtube) |
![]() |
voorbeeld 16 |
Beethoven, sonate in f-klein op.2 nr. 1, begin van het
eerste deel (eerste thema) Uitgevoerd door Alexei Lubinov, op een historisch instrument. Je kunt het stuk ook in zijn geheel beluisteren(Youtube) |
![]() |
voorbeeld 17 |
Mozart, sonate in D-groot KV 284, eerste deel: maat 9-21 Uitgevoerd door Mitsuko Uchida. Je kunt het stuk ook in zijn geheel beluisteren(Youtube) |
![]() |
voorbeeld 18 |
Mozart, sonate in a-klein KV 310, begin van het laatste
deel Uitgevoerd door Mitsuko Uchida. Je kunt het stuk ook in zijn geheel beluisteren(Youtube) |
![]() |
conclusies:
1. We kunnen de volgende slotwendingen onderscheiden:
2. Cadens betekent: afsluiting, of: een opeenvolging van (tenminste 3) akkoorden, die samen de toonsoort verduidelijken. Een volledige cadens bestaat uit tonica, subdominant en dominant. De zgn. uitgebreide cadens bestaat uit: I VI IV II D T |____| |____| T D Een cadens met bedrieglijke sluiting bestaat uit twee 'pogingen' de tonica te bereiken, waarvan de erste 'mislukt', bijvoorbeeld T S D VI S D T 3. Het harmonisch ritme verloopt veelal langzamer dan de melodie. Het aantal functiewisselingen is meestal nog kleiner dan het aantal akkoordwisselingen Verlangzaming of versnelling van het harmonisch ritme is een muzikaal spanningsmiddel. 4. Hemiolen en syncopen die het harmonisch ritme beinvloeden zijn in eenvoudige zettingen niet erg gebruikeli - het harmonisch verloop ondersteunt hier meestal het metrum. Dit betekent o.a. dat naar een zwaar maatdeel meestal een akkoordwisseling plaatsvindt. Een uitzondering is de mogelijkheid de Ie trap te herhalen: op opmaat en eerste tel aan het begin. 5. Het gebruik van slotwendingen hangt samen met muzikale structuur. Een afsluitend akkoord staat op een zwaar maatdeel, meestal een eerste tel. |
.
|