home  > 
muziektheorieharmonie  > harmonieleer  >  A: algemeen
bewegingssoorten; verboden parallellen

Er zijn vier manieren hoe twee stemmen ten opzichte van elkaar kunnen bewegen:

  1. parallelle beweging: twee stemmen gaan in dezelfde richting, waarbij het interval tussen de stemmen gelijk blijft (de grootte van het interval kan daarbij echter veranderen: dus bijvoorbeeld afwisselend grote en kleine tertsen wordt beschouwd als parallelle beweging).
  2. gelijke beweging: twee stemmen gaan in dezelfde richting, waarbij het interval tussen de stemmen verandert.
  3. zijdelingse beweging: een stem blijft liggen (of heeft een toonsherhaling), terwijl de andere beweegt.
  4. tegenbeweging: twee stemmen bewegen in tegengestelde richting.
 voorbeeld 18
bewegingssoorten


In de praktijk vindt men deze bewegingssoorten altijd met elkaar gecombineerd, vaak al binnen een enkele akkoordverbinding. Tegenbeweging draagt het meest bij aan 'contrast' tussen twee stemmen, en vergroot daarmee het individueel karakter van twee stemmen, met name van buitenstemmen. Zie voorbeeld 19, en vergelijk met de voorbeelden 9 en 12. Een verandering van parallelle naar zijdelingse of tegenbeweging kan het belang van een harmonische wending onderstrepen: zie de buitenstemmen in de eerste regel van voorbeeld 3: in de eerste maten (1-3) bewegen de buitenstemmen parallel; dit verandert in maat 4: als om de afsluiting te benadrukken wordt veranderd naar tegenbeweging tussen bas en sopraan. 
Bij parallelle beweging wordt het individuele karakter van stemmen uiteraard het meest aangetast. Toch zijn ketens van parallelle tertsen of sexten vaak heel bruikbaar. 
 voorbeeld 19
tegenbeweging

Bepaalde vormen van parallelle beweging zijn verboden, namelijk parallellen in volkomen consonanten. Dit verbod is vanaf de 16e eeuw van min of meer absulute geldigheid; pas tegen het eind van de 19e eeuw zien we, bijvoorbeeld bij een componist als Debussy, dat weer 'ongegeneerd' parallelle kwinten en oktaven worden toegepast. Voor het eerst sinds de Middeleeuwen dus! Zie de voorbeelden 22 en 23 hieronder. De volgende parallellen zijn dus uitgesloten:
  1. parallelle primen
  2. parallelle octaven
  3. parallelle kwinten
 voorbeeld 20
verboden parallellen

  • N.B.1: als er geen sprake is van beweging, zijn er ook nooit parallellen; herhaling van een kwint- of octaafinterval levert dus nooit fouten op (dit geldt dus ook voor de herhaling van een akkoord).Zie voorbeeld 21a.
  • N.B.2: het gaat bij parallellen om prime-, kwint- of octaaf-afstanden tussen dezelfde stemmen. Situaties als in voorbeeld 21b zijn dus nooit fout, omdat de kwinten en octaven zich telkens tussen verschillende stemmen bevinden. (Als men dit 'fout' zou vinden is geen enkele akkoordverbinding meer mogelijk; er zit immers altijd wel ergens een kwint- of octaafafstand tussen twee stemmen.)
  • N.B.3: wees bij het schrijven met name alert op primeparallellen tusssen alt en tenor; deze worden gemakkelijk over het hoofd gezien, omdat deze stemmen in verschillende balken worden genoteerd. Zie voorbeeld 21c.
 voorbeeld 21
'goed en fout'


 
voorbeeld 22
Zetting met kwint- en oktaafparallellen (begin van de Messe de Notre Dame van Guillaume de Machault, ca. 1370)

Uitgevoerd door Ensemble Gilles Binchois. Je kunt ook het gehele stuk beluisteren (Youtube)





voorbeeld 23


zetting met parallellen (maat 28-40 van de 'cathedrale engloutie' uit Preludes, band 1, van Debussy)

Uitgevoerd door Nelson Freire. Je kunt ook het gehele stuk beluisteren (Youtube)




Tenslotte, en in aanvulling op het hierboven over verboden parallellen gestelde: beweging van een reine naar een verminderde kwint is altijd mogelijk. Het omgekeerde, beweging van een verminderde naar een reine kwint, is soms minder fraai, maar niet echt verboden: het hangt van de situatie af (vaak van: hoe opvallend is het?) of deze parallel wel of niet kan worden geschreven. Ik zal op dit 'verminderd-rein-probleem' nog een aantal keren terugkomen, bij de bespreking van concrete akkoordverbindingen vanaf hoofdstuk 5. Vooralsnog kan het volgende rijmpje als richtsnoer dienen:

rein-verminderd
kan ongehinderd,
verminderd-rein
is niet zo fijn.

 voorbeeld 24
beweging van een reine naar een verminderde kwint en andersom


.

[vervolg van dit hoofdstuk]