home
>
|
muziektheorie > harmonie > harmonieleer > A: algemeen |
omvang van de stemmen
In de harmonieleer wordt meestal uitgegaan van een zetting voor vierstemmig gemengd koor. Dit betekent dat er rekening mee gehouden moet worden dat de omvang van koorstemmen zijn beperkingen heeft. In voorbeeld 2 is (globaal) de omvang van de vier koorstemmen aangegeven; het gebied tussen de open noten is te beschouwen als 'normaal', de zwarte nootjes zijn 'extreem' (hoog of laag). Bedenk verder dat het voor ieder stemtype het prettigst is als de meeste tonen ongeveer in het midden van de omvang zitten - dit vergroot de zingbaarheid zeer. Extreem hoge, en in mindere mate extreem lage, noten aan het begin van een stuk zijn meestal erg lastig, en kunnen daarom beter worden vermeden. |
voorbeeld 2 |
omvang van de stemmen |
![]() |
voorbeeld 3 |
Hans Leo Hassler, O Haupt voll Blut und Wunden, vierstemmige koraalzetting van J. Crueger. |
Notatie (gedeeltelijk) op twee en (in zijn geheel)
op vier balken (met en zonder c-sleutels) Uitgevoerd door Ensemble Stimmwerck (Youtube) |
![]() |
![]() |
|
![]() |
(Uit dit voorbeeld moge overigens blijken dat de notatie
met c-sleutels eigenlijk superieur is aan beide andere notatie-vormen:
er komen (bijna) geen hulplijnen voor, en het 'rare beeld' van de oktaverende
tenor ontbreekt. In de tegenwoordige muziekpraktijk zijn vooral nog
de alt- en tenorsleutel no van belang: in orkestpartituuren kan men de
altsleutel vinden voor de notatie van de altviool, en soms voor trombone
of saxofoon; de tenorsleutel wordt gebruikt voor de fagot (naast de bassleutel),
voor de cello (naast bas- en soms vioolsleutel), en soms voor de trombone.) |
|