home
>
|
muziektheorie > harmonie > harmonieleer > A: algemeen |
|
voorbeeld 11 |
Mozart, begin van het tweede deel uit de sonate in F groot KV 332. |
Boven de originele versie, onder de reductie (met trappen). Je kunt de voorbeelden afzonderlijk beluisteren: |
Beluister een opname van Mitsuko Uchida Op Youtube:![]() |
Reductie:![]() |
voorbeeld 12 |
Bach, fuga XVI in g-klein uit het Wohltemperiertes Klavier, band 2, maat 22-31. |
Onder het notenvoorbeeld een reductie (met harmonische analyse) van de maten 22-30 |
Uitgevoerd door Christine Schornsheim in het kader van het project "All of Bach".
Je kunt ook het volledige stuk beluisteren(Youtube). ![]() |
Reductie:![]() |
Tussen de extremen van een volledig 'akkoordische' zetting en een zeer polyfone (zie voorbeeld 12 hierboven) bestaat een tussenvorm die men kan omschrijven met het begrip figuratie: het gaat daarbij dan om een in principe homofone zetting waaraan versieringstonen worden toegevoegd, zodat ritmische verschillen tussen de stemmen ontstaan: |
voorbeeld 13 | |
Boven een strikt homofone zetting, onder een gefigureerde versie. Deze laatste is afkomstig uit de Mattheus van Bach: het begin van de koraal "Herzliebster Jesu". Je kunt de voorbeelden afzonderlijk beluisteren: | |
![]() |
|
![]() |
|
Op de tweede achtstes staan telkens doorgangstonen.
|
|
conclusies:
1. Harmonieleer houdt zich bezig met met de relaties tussen akkoorden in een toonsoort, en met het verbinden van deze akkoorden. 2. In de harmonie wordt meestal gebruik gemaakt van een vierstemmige homofone zetting (Hoewel ook andere soorten zettingen mogelijk zijn). Deze vierstemmige zetting is in principe voor vierstemmig gemengd koor. In de akkoorden kunnen (en meestal: moeten) tonen worden verdubbeld. 3. Alle regels en aanwijzingen van de harmonioeleer zijn generalisaties, en van beperkte historische geldigheid. 4. Over het algemeen gaat in de muziek harmonie trager dan melodie. Hoe 'drukker' de melodie(en), hoe meer zin het vaak heeft een harmonische reductie van een stuk te maken. |
.
|