harmonisatie van 'bovenstemfiguurtjes' met I -V -I (in
de meeste gevallen: met gebruikmaking van melodische verbinding)
Uitgangspunt bij dit voorbeeld
zijn bepaalde figuurtjes in de sopraan. Het heeft weinig zin te proberen
de voorbeelden te onthouden. Het is beter, kennis te nemen van het soort
'problemen' dat men zoal kan tegenkomen, en in de praktijk zelf oplossingen
te bedenken.
a. 3^ 2^ 1^
deze formule vindt men vaak in afsluitingen vergelijk
de voorbeelden .... en 7 hierboven.
onvolledig akkoord aan het eind in verband
met de leidtoon; 5^ kan niet blijven liggen (anders ontbreekt de terts
van de Ie trap).
b. 5^ 7^ 1^ en 1^ 2^ 1^ . beide ook
geschikt voor afsluitingen.
de toon die de eerste twee akkoorden gemeenschappelijk
hebben, blijft niet liggen.
geen enkele gemeenschappelijke toon
blijft liggen;
onvolledig akkoord aan het eind
(Vergelijk met a.)
c. 1^ 2^ 3^ dit is eerder een begin
dan een afsluiting!
de toon die de eerste twee akkoorden gemeenschappelijk
hebben, blijft niet liggen.
hier kunnen de gemeenschappelijke tonen wel
blijven
liggen.
d. figuurtjes met een of meer omleggingen (waarbij
natuurlijk altijd sprongen ontstaan).
N.B.: de leidtoon hoeft pas op te lossen
als het oplossingsakkoord (de Ie trap) verschijnt!