hoofdstuk 5, voorbeeld 8
[terug]
voorbeeld 8
harmonisatie van 'bovenstemfiguurtjes' met I -V -I (in de meeste gevallen: met gebruikmaking van melodische verbinding)
Uitgangspunt bij dit voorbeeld zijn bepaalde figuurtjes in de sopraan. Het heeft weinig zin te proberen de voorbeelden te onthouden. Het is beter, kennis te nemen van het soort 'problemen' dat men zoal kan tegenkomen, en in de praktijk zelf oplossingen te bedenken.
 
a. 3^ 2^ 1^
deze formule vindt men vaak in afsluitingen vergelijk de voorbeelden .... en 7 hierboven.
onvolledig akkoord aan het eind in verband met de leidtoon; 5^ kan niet blijven liggen (anders ontbreekt de terts van de Ie trap).
b. 5^ 7^ 1^ en 1^ 2^ 1^ . beide ook geschikt voor afsluitingen. de toon die de eerste twee akkoorden gemeenschappelijk hebben, blijft niet liggen.
geen enkele gemeenschappelijke toon 
blijft liggen; 
onvolledig akkoord aan het eind 
(Vergelijk met a.)
c. 1^ 2^ 3^ dit is eerder een begin dan een afsluiting! de toon die de eerste twee akkoorden gemeenschappelijk hebben, blijft niet liggen.
hier kunnen de gemeenschappelijke tonen wel blijven liggen.
d. figuurtjes met een of meer omleggingen (waarbij natuurlijk altijd sprongen ontstaan). 
   N.B.: de leidtoon hoeft pas op te lossen als het oplossingsakkoord (de Ie trap) verschijnt!

[terug naar hoofdstuk 6]